Toekomst PvdA #1 – De dag na de verkiezingen

PvdA-Roos
We schrijven 16 maart 2017. De dag na de verkiezingen. De Partij van de Arbeid kijkt tegen de vierde verloren verkiezing op rij aan. Van eens landelijk en lokaal sterk, vervallen tot een partij met minder dan 6% van de stemmen. Slechts 20% van de stemmers die bij de vorige tweedekamer verkiezing op de PvdA stemden, stemde nog op de PvdA. De eerste analyses van dit historische verlies komen binnen. Ook de eerste platte “oplossingen” vinden hun weg. Uitgebreide analyses zullen ongetwijfeld volgen, maar laten we, rijp en groen door elkaar, alvast wat bekende en eerder genoemde punten op een rijtje zetten. Niet leuk, maar wel nodig willen we goede oplossingen kunnen vinden en realiseren.

Onverwacht?

Het verlies kwam niet onverwacht. Meerdere PvdA-leden en groepen PvdA-leden hebben de afgelopen jaren (tijdig) aan de bel getrokken over de problemen en de te verwachte problemen. Veel van de documenten en artikelen daarover kunt u op de PvdA-Linksom! website vinden. Kijk zeker even in het repositorium waar u ook minder toegankelijke documenten kunt vinden. Met dit alles is defacto te weinig gedaan. Het vertrouwen van de achterban in de PvdA is niet tijdig hersteld.

Vervreemding van de achterban

Misschien wel de belangrijkste constatering is dat de PvdA zich door het gevoerde beleid sterk vervreemd heeft van haar achterban en/of doelgroep. Vanuit een van origine progressief socialistisch/sociaaldemocratische partij hebben delen van de partij zich een neoliberale, sociaalliberale of een meer behoudende middenpartij positie aangemeten. Veel fundamenteler is echter hoe de achterban, hoe mensen, het regeren aan den lijve hebben ondervonden. Opmerkingen als “de PvdA is niet meer mijn partij” of “ik voel mij niet meer vertegenwoordigd” zijn veel gehoord.

Kabinetsformatie

Het fatale kwartetten bij de laatste kabinetsformatie, het zonder veel compromissen uitwisselen van programmapunten, is -mede dankzij Adri Duivesteijn– al uitgebreid geanalyseerd. De rekening hiervoor werd, keer op keer, de afgelopen vier jaar opgediend.

Onderfinanciering uitvoering beleid

Vaak wordt de vlag uitgestoken over het financiële beleid van het kabinet. Terecht, maar we hadden ook te maken met onderfinanciering van de uitvoering van het gevoerde beleid. Wederom, want terwijl we nog de schade ondervinden van onder andere de verhuurdersheffing kwam nu de onderfinanciering van de grote veranderoperaties, de 3 decentralisaties naar gemeenten. Deze decentralisaties vielen immers samen met bezuinigingsoperaties. Er werden niet tijdig gelden vrijgemaakt om deze veranderoperaties goed te financieren en daarmee alles in goede banen te leiden.

Falend beleid?

Het is altijd moeilijk te bepalen of een beleid faalt of niet. De resultaten zijn er soms niet, kunnen electoraal te laat (bij de opvolgende kabinetten) komen of gewoon te weinig zichtbaar worden. Dat kan verwijten geven. Een bekend voorbeeld van waar verwijten vielen waren de banenplannen. Zo was de optelsom van banen in alle banenplannen hoger dan het totaal aantal werkzoekenden, maar was de uiteindelijke realisatie van de banenplannen beperkt, traag en bracht niet voor iedereen tijdig de gewenste oplossing.

Vergeten of uitgesloten groepen

Ondanks alle generalisaties, bijvoorbeeld “iedereen gaat er op vooruit”, voelen groepen zich in de afgelopen kabinetsperiode benadeeld. Zeker bij kwetsbare groepen, zoals bijvoorbeeld chronisch zieken, komt dat hard aan. Het macroverhaal versus het microverhaal.

Zeggen versus doen (of stemmen)

“Ik zeg wat ik doe en ik doe wat ik zeg” is een bekende uitspraak. De afgelopen jaren werden we vrijwel elke dinsdag, na de stemmingen in de Tweede Kamer, vergast op berichten dat de PvdA niet stemde wat zij predikte. Een eindeloze bron van irritaties en dit zette keer op keer in de media een beeld van onwaarachtigheid neer.

Mensenrechten en burgerrechten

Het klinkt hard, maar kennelijk bestaat er te weinig perceptie over mensenrechten, kinderrechten, burgerrechten en de rechtsstaat. Partijen als bijvoorbeeld D66, de PvdD, de CU en de PP stellen die rechten politiek gezien veel meer centraal en maken actief de verbinding met de dagelijkse politiek.
Het schenden van kinderrechten was een voortdurende bron van boosheid. Misschien nog erger was het dom afhouden en afhandelen van de boosheid en de discussies daarover. Exemplarisch voor de kramp waar de partij zich in bevond. Niet verbazend waren de vele negatieve stemadviezen die daarop vanuit vele maatschappelijke organisaties volgden.

Mooipraten dagelijkse problemen

Het mooipraten, wegkijken en de ontkenning van de vele problemen in de uitvoering waar het kabinet mee werd geconfronteerd, drukte zwaar op de PvdA. Niet dat de problemen door individuele Kamerleden of kabinetsleden niet herkend of benoemd werden, maar een adequate aanpak sneuvelde vaak door de onderlinge verhoudingen en de verhouding met de regeringspartner. Het effect was dat veel mensen zich niet gehoord voelden en zich van de PvdA afwenden.

Alternatieve werkelijkheden

Fact free politics en alternatieve werkelijkheden zijn van alle tijden. Dat kan misschien even goed gaan, maar uiteindelijk keert de wal het schip. Bekende voorbeelden die pijn deden waren “meer banen in de zorg” versus “tienduizenden ontslagen” of de “Wijkzuster van Samsom” versus “de brief van de gemeente met een halvering van de zorg”. Mensen zijn niet dom en als zij of mensen in hun naaste omgeving zo geraakt worden, kan er op weinig begrip gerekend worden.

Ook hier neemt een macroverhaal versus een microverhaal een bijzondere plaats in: “Het gaat nu beter met de economie”. Wat geldt voor velen, geldt echter niet voor allen. En ook: Wat bestuurlijk-technisch als een realiteit wordt gezien, hoeft niet het beeld van de individuele burger te zijn. Een voorbeeld waar het herhalen van een macroverhaal (of metaverhaal) staat tegenover mensgerichte communicatie. Illustratief is het grapje dat de economie dan misschien wel op de PvdA heeft gestemd, maar niet de mensen.

Dualisme in de kamer

Dat dualisme in de kamer nodig was om de PvdA een gezicht te geven, was al aan het begin van de kabinetsperiode bekend. De toenmalige politiek leider herkende en erkende al snel dat dit een probleem was. Soms werd daarbij aan Bolkestein gerefereerd. Onvermogend dit probleem op te lossen, kon het beeld van de politiek leider van de PvdA als 14e minister nooit worden weggenomen. Meer en meer werden de eigen idealen, inzet en standpunten van de PvdA gemaskeerd door het beleid en de resultaten van het kabinet.

Keuze VVD i.p.v. een Linkse samenwerking

“Stem je op de PvdA dan kies je voor de VVD”. Dit beeld zal nog lang aan de PvdA blijven kleven. Dit temeer daar er o.b.v. de toenmalige verkiezingsuitslag ook een verkenning naar een linkse samenwerking voor de hand lag. De te snelle U-bocht van Samsom om met de VVD te gaan regeren wordt de PvdA nu nog steeds nagedragen.

Problemen met de campagne

Het is altijd na alle positieve inzet en keihard werken moeilijk om problemen van een campagne te benoemen Toch werden er problemen gesignaleerd. De problemen met de campagne waren veelvoudig en zeer divers. In de hiernavolgende paragrafen worden er een aantal opgesomd.

De lijsttrekkersverkiezing

Het begon met het mislukken van de lijsttrekkersverkiezing. Deze verkiezing had twee doelen. Inderdaad het kiezen van een lijsttrekker, maar ook het middels onderlinge strijd genereren van de gewenste publiciteit. Dit mislukte o.a. door de volgende twee oorzaken:
In de eerste plaats waren, ondanks gestage aandrang, vrijwel geen mensen bereid zich kandidaat te stellen. De tragische zoektocht naar een vrouw, een allochtoon of een andere tegenkandidaat duurde lang en was vergeefs. De vernietigende verkiezingsnederlaag werd immers toen al breed voorspeld, het gevoerde beleid vond men moeilijk verdedigbaar en sommigen vonden dat Diederik Samsom, ik citeer, eerst zijn eigen gifbeker maar moest leegdrinken.
In de tweede plaats blokkeerde het partijbestuur de kandidatuur van een aantal kandidaten. Helaas net die kandidaten die zich specifiek voor het nodige interne debat en tegengeluid kandidaat hadden gesteld. Niet alleen schoffeerde het partijbestuur daarmee de leden en de ledendemocratie, maar beïnvloedde het bovendien ook de uitslag van de lijsttrekkersverkiezing. Over het laatste moet u maar eens nadenken.
De daaropvolgende lijsttrekkersverkiezing ging dan ook tussen de man die het bedacht had en de man die het uitgevoerd had. De gewenste positieve publiciteit werd dan ook niet gehaald.

De thema’s van de verkiezing

De thema’s van de verkiezing werden beperkt door de PvdA beheerst. Het ging (te) vaak over de peilingen of het “Asscher effect” en maar beperkt over thema’s waarmee de PvdA zich positief had onderscheiden of wilde onderscheiden.
De campagne stond daarbij wisselend op 2 benen: Kabinetsresultaat versus “het moet anders”. Premierskandidaat versus sociaaldemocraat. De inhoud van het, met veel inzet tot stand gekomen, mooie verkiezingsprogramma kwam mede daardoor weinig aan bod.

Zichtbaarheid tijdens campagne

De kwantiteit en de kwaliteit van de zichtbaarheid van de PvdA was zeer wisselend. Zoals gezegd; moeizaam in de klassieke media, goed in de moderne media, geografisch zeer wisselend op straat. Geografisch zeer wisselend, daar de inzet en het actief volume van de PvdA-afdelingen zeer verschillend is.

Organisatie PvdA

Daarom even over de achterliggende organisatie. De organisatie van de PvdA kent vele problemen. De klassieke organisatie met lokale afdelingen staat sterk onder druk. Had een grote stad vroeger soms tientallen deel-afdelingen, nu vaak maar één afdeling met ongeveer hetzelfde aantal actieve leden als vroeger één deel-afdeling. Dit geeft minder mogelijkheden voor de PvdA om zichtbaar op straat te zijn. Daarbij deed het probleem zich voor dat veel leden het gevoerde beleid niet meer konden uitleggen en daardoor het luisteren en het open debat op straat schuwden.
Alternatieve moderne organisatiestructuren, bijvoorbeeld horizontale of spontane, komen niet of maar moeizaam van de grond. Zo wordt bijvoorbeeld de rechtstreekse communicatie tussen leden zodanig geblokkeerd dat er een enorme fragmentatie in de organisatie blijft bestaan en er maar relatief weinig van het enorme potentieel van een ledenpartij gebruik wordt gemaakt.
De cultuur van repressieve tolerantie en de krampachtige pogingen tot beheersing van het interne debat, onderdrukte oplossingen zoals partijvernieuwing met actieve ledenparticipatie. Ook de ontwikkeling van de Nieuwe Ledendemocratie kent vele problemen Dit terwijl de oude structuren al grotendeels zijn afgebroken.

Tot slot

Bovenstaande zaken zijn slechts een bloemlezing van bekende en overlappende problemen. Zeker niet compleet, maar een eerste aanzet om tot een goede analyse te komen en vooral een signaal om niet gelijk in platte oplossingen te vervallen. Er liggen immers genoeg goede en positieve ideeën om gestructureerd tot verbetering te komen. Een meer volledige en geijkte analyse is noodzakelijk, waarin ook uitgebreid en intensief de inbreng van (ex-)kiezers, (ex-)leden en belangstellenden moet worden meegenomen. Die analyse zal de brug moeten slaan naar het debat over mogelijke oplossingsrichtingen en vooral naar het herstel van het vertrouwen in de sociaaldemocratie.

Dit artikel is geplaatst in Landelijke politiek, Partij politiek en getagged , , , , , , , , . Bookmark hier de permalink.

Op dit artikel kan niet (meer) gereageerd worden.