Bezuinigen met beleid

Bezuinigen

Alphen aan den Rijn moet bezuinigen. Waarom? De Rijksoverheid heeft recent bewust te veel geld uitgegeven. Heel verstandig, daar hiermee de structurele effecten van de crisis beperkt konden worden. De Rijksoverheid moet, als consequentie hiervan, nu echter bezuinigen. Daartoe bezuinigt de Rijksoverheid ook op de gemeenten. Dat betekent minder inkomsten voor de gemeenten. Ook hebben andere bezuinigingen direct en indirect effect op de Alphense samenleving. Mensen, instanties en bedrijven worden rechtstreeks getroffen. Effecten die je als gemeente vaak niet wil dat ze plaatsvinden, en waar je soms wat aan kan èn wil doen. Maar ja, dat kost wel geld.

Er staat in Alphen veel op het spel. 10 februari j.l is er een commissievergadering over geweest. Die gaf echter weinig richting (ja of nee) over waarop wel of niet op bezuinigd mocht worden. Veel zaken werden wel genoemd, maar dat leidde vreemd genoeg zelden tot richtinggevende uitspraken.

Uitzondering was de al zwaar getroffen Alphense bibliotheek. Die werd wel vrijgesteld van verdere bezuinigingen. Voor deze bibliotheek werd, in tegenstelling tot andere zaken, wel een concreet voorstel gedaan. Andere heikele kwesties zoals de minima, het groen in Alphen, vrijwilligers en de sociale werkvoorziening werden wel ‘genoemd’, maar er werd geen ‘voorstel’ voor gedaan (= geen besluit genomen) om die te ontzien.
Erger nog, het is nu geenszins zeker of deze zaken wel voor participatie worden aangedragen!

Een moeilijke politiek-bestuurlijke situatie, complexe financiële zaken, veel tijdsdruk, conflictueuze onderwerpen en met dit alles is er aldus weinig ruimte voor fouten. Welke fouten zijn er dan te voorzien?

Gelukkig zijn er talloze voorbeelden van klassieke bezuinigingsfouten. Laten we geheel arbitrair er vijf van behandelen.

  • Bezuinigen zonder goede afstemming en communicatie;
  • Bezuinigen op taken;
  • Bezuinigen op vrijwilligers gestuurde organisaties;
  • Bezuinigen op minima;
  • Bezuinigen op sociale diensten.

Laat ik ter illustratie nog eerst wat voorgestelde bezuinigingen noemen, die onder één of meerdere van de voornoemde categorieën vallen:

  • Bezuinigen op CVV (Collectief Vraagafhankelijk Vervoer oftewel de belbus).
  • Bezuinigen op de WMO, in Alphen o.a. uitgevoerd door Participe.
  • Extra door de gemeente bezuinigen op de Minima (Hier wordt vanuit het Rijk ook al op bezuinigd).
  • Meervoudig bezuinigen op de sociale werkvoorziening (SWA). Naast de bezuinigingen van Rijkswege, de eerdere bezuinigingsaanwijzing nu ook extra bezuinigen via het werk in de catering en de groenvoorziening.
  • Bezuinigen op vrijwilligersorganisaties als Stedenband (internationale samenwerking), Vakantiespel, 20 van Alphen, enz. Hier wordt weinig geld aan besteed, maar heeft wel een enorme maatschappelijke spin-off.

En zo zijn er meerdere voorbeelden te noemen.

Bezuinigen zonder goede afstemming en communicatie.

Bezuinigen is nooit leuk en roept vele maatschappelijke reacties op. Echter, maatschappelijke onrust ontstaat pas goed als er niet goed (pro-actief) gecommuniceerd en afgestemd wordt. Mensen en instanties weten dan niet waar ze aan toe zijn. Ze worden niet in de gelegenheid gesteld om mee te denken, besluitvorming positief te beïnvloeden en samen slimme oplossingen te bedenken. Ruzie, afhaken, en onrust is daarvan al gauw het gevolg. Alles wat je als bestuurder niet zou moeten willen.

Dit is echter in Alphen makkelijker gezegd dan gedaan. Burgemeester en Wethouders lijken wel een bedreigde diersoort. De gemeenteraad vliegt elkaar, voor zover nog aan boord, al bijna een jaar in de haren en de problemen stapelen zich op. Al met al een bron voor onzekerheid, ruzies en contraproductieve wederzijdse bejegeningen. Als we niet oppassen ons voorland bij de komende bezuinigingsdiscussies.
Ik zeg dit zo stellig daar ik al vele, erg verdrietig makende, verhalen over de voorbereidende bezuinigingsdiscussies heb mogen aanhoren.

Het is nu te laat voor een perfecte politieke voorbereiding. Geen tijd meer voor een kerntakendiscussie, geen strategieontwikkeling en geen diepgaande analyses. Gelukkig heeft het ambtelijk apparaat al veel geïnvesteerd in een goede voorbereiding en enige heldere keuzemogelijkheden aan de gemeenteraad voorgelegd.

Het komende traject van burgerparticipatie is heel goed en kan in potentie veel opleveren. Ook is Alphen in het gelukkig bezit van diverse advies- en cliëntenraden. Zo is er bijvoorbeeld de WMO-raad en WWB cliëntenraad. Eén gemis dient wel genoemd te worden: Een adviesraad voor het wel heel complexe terrein van ‘werk en bijstand’ ontbreekt nog. Een tijdelijke oplossing zou een raadswerkgroep kunnen zijn.

De belangrijkste keuze is nu echter luisteren. Luisteren naar burgers, luisteren naar instanties en luisteren naar het bedrijfsleven. Dat zal het verschil maken tussen boekhouden of besturen.

Bezuinigen op taken.

Bezuinigen op taken maakt soms meer kapot dan je lief is.

Je kan o.a. bezuinigen op organisaties, taakvelden of taken. Bezuinig je op organisaties dan geef je die organisaties in principe de kans om ‘zelf’ de maatschappelijke schade zo veel mogelijk te beperken. Bezuinig je echter op taken (taken wegbezuinigen) dan stoppen die taken. Dit ontstaat dus ook als men te veel middelen onttrekt aan taken of taakgebieden van organisaties. Hierdoor stoppen, na een moeizaam stervensproces, uiteindelijk die taken.
Niets mee mis om taken te stoppen als er nooit meer behoefte is aan deze taken, maar heel dom als dat wel (meestal) het geval is. Maar waarom is dat zo dom?

Het organiseren van nieuwe taken en/of bedrijfsfuncties, is in het algemeen duur en omslachtig. De organisatie moet gedefinieerd worden, mensen aangetrokken en dan moeten de processen allemaal nog in gang gezet worden. Als dat dan eindelijk allemaal is gebeurd staat een vernieuwde organisatie weer aan het begin van al haar leercurven. Alle fouten moeten weer opnieuw gemaakt worden en alle levensfasen naar volwassenheid mogen weer opnieuw worden doorlopen.

De kosten hiervan worden zelden meegenomen of zelfs maar gepercipieerd bij bezuinigen, maar zijn al gauw een veelvoud van deze bezuinigingen.

  • Een regel is dan ook: Stop (definitief) on-nodige taken, maar laat ‘nodige’ taken ‘nooit’ doodbloeden.

Bezuinigen op vrijwilligers gestuurde organisaties en/of mantelzorg.

Veel organisaties en maatschappelijke taken drijven op vrijwilligerswerk. We noemen dit vrijwilligerswerk geheel terecht ook wel een deel van ons maatschappelijk kapitaal.

Het tonen van interesse van de lokale overheid voor de inzet van vrijwilligers en de kennis hiervan is dan ook cruciaal. Dit gaat ook om waardering van vrijwilligerswerk (m.i. belangrijker dan een jaarlijkse prijs) en echt steun en betrokkenheid tonen bij en voor het werk van de vrijwilligersorganisaties.

Als overheid moet je met vrijwilligerswerk voorzichtig omgaan. De bijdrage van, uw en mijn, overheid aan dit soort organisaties is, door hun vrijwilligers aard, in absolute financiële zin uiterst bescheiden. Al vanaf enkele duizenden euro’s kan daar veel bereikt worden.
De maatschappelijke rol van dit soort organisaties is belangrijk. Niet alleen opereren ze vaak heel nabij, zoals bijvoorbeeld in de wijk, maar ook zijn ze een onmisbaar element in de sociale cohesie van onze samenleving. Dit is de plek waar actieve en geëngageerde burgers elkaar ontmoeten en elkaar versterken. Van hieruit wordt veel positieve invloed op onze samenleving uitgeoefend en wordt mede onze samenleving gevormd.

Bekende voorbeelden zijn organisaties die iets voor kinderen of andere doelgroepen organiseren, organisaties die feesten = samenzijn organiseren, inhoudelijke mantelzorg organisaties, of organisaties die charitatief werk doen.

Al deze organisaties zijn kwetsbaar en daar moet een overheid zeer omzichtig mee omgaan. Ik wil hier nog wel verder in gaan door te stellen dat dit soort organisaties in tijden van bezuinigingen compenserend zouden kunnen werken t.a.v. de negatieve maatschappelijke effecten van diezelfde bezuinigingen.

  • Een regel is dan ook: Wees uiterst voorzichtig met het bezuinigen op vrijwilligersorganisaties en bedenk, omgekeerd, of de versterking van deze organisaties geen instrument kan zijn in tijden van bezuinigingen, om negatieve effecten van bezuinigingen te compenseren.

Bezuinigingen op de minima.

Als je een modaal of hoger inkomen hebt maakt een inkomensvariatie met een bepaald bedrag minder uit dan wanneer je van een minimaal inkomen moet rondkomen. In het geval van een minima inkomen betekenen een paar tientjes minder heel wat. Bezuinigen op de kinderen, bezuinigen op het eten of nog maar een jaar met die kapotte jas verder lopen? Zo wordt een kapotte wasautomaat een regelrechte ramp. Dit alles leidt al gauw tot nog verdere sociale uitsluiting alsmede tot een verdere verdieping van het sociaal isolement. Kinderen zijn hiervan vaak het weerloze slachtoffer.

Helaas is het bouwwerk van sociale wetten, arresten en regelgeving zeer gefragmenteerd en verkokerd. Ik vind het eigenlijk niet echt ontworpen voor mensen. De praktijk is dat dit, organische en gefragmenteerde, bouwsel zowel onvoorspelbare effecten in de hulpverlening kan geven als blokkerend werkt in het efficiënt geven van adequate hulp. Met andere woorden: Ondanks de inspanningen van vele rekenmeesters weten we maar gedeeltelijk wat het effect van al die bezuinigingen op de minima zal zijn, laat staan de spreiding hiervan in individuele gevallen. De ervaringen vanuit het verleden zijn weinig bemoedigend.

Als gemeente kan je hier redelijk goed mee omgaan, door vooral in de geest van de wet te werken en de wet en regelgeving voor je, en vooral voor de mensen, werkbaar te maken.
Dit gaat echter mis zodra er door dit bouwwerk en naastgelegen bouwwerken, onnadenkend en vaak verkokerd (taakstellend), allerlei maatregelen worden gejaagd. Je mag dan niet verrast zijn als onverwacht (?), en zeker niet zo bedoeld, groepen minima opeens zwaar in de problemen raken.

Een extra complicatie is dat Nederland niet echt één overheid, laat staan één uitvoeringsorgaan kent. De overheid & Co bestaat uit vele, vaak maar gedeeltelijk afstemmende organisaties. Ja, die soms eendrachtig samenwerken, maar ook vrolijk hun eigen weg kunnen gaan. Daar in de overheidspraktijk bezuinigingen liefst zo ver mogelijk, weg van de eigen organisatie, naar afhankelijke of andere organisaties weggeworpen worden, is het niet verwonderlijk dat de kwetsbare minima groot gevaar lopen hierdoor onevenredig èn ongewenst het slachtoffer te worden. Ook als je als gemeente niet wil dat minima het slachtoffer worden van bezuinigingen, zou het heel goed kunnen dat het achter je rug toch gebeurt.

Doorrekenen, maar vooral steeds – meten – van de ‘echte’ effecten op mensen en hun gezinnen is dan ook geboden. Belangrijker is echter het proactief te voorkomen, dat de eigen bezuinigingen van de gemeente ook de minima nog eens extra gaan treffen.

  • Een regel is dan ook: Bepaal vooraf, maar meet vooral gedurig, de effecten op de minima, spaar hen, compenseer hen waar mogelijk en hou voldoende correctieve mogelijkheden en/of maatregelen achter de hand.

Bezuinigen op sociale diensten.

Dit is geen eenvoudig onderwerp. Laat ik het daarom maar tot de Alphense situatie beperken en het wat vereenvoudigd neerzetten. De sociale diensten (in de breedste zin) in Alphen bestaan uit meerdere samenwerkende organisaties. Uiteraard het professionele ambtelijk apparaat dat zich in Alphen met werk en bijstand en zorg bezig houdt. Daarnaast is er de sociale werkvoorziening en vele zorg, jeugd, veiligheid, wonen, welzijn, of hoe ze ook mogen heten, organisaties. In Alphen wordt al jaren geïnvesteerd in het enigszins goed laten samenwerken van deze organisaties. Over de financiering van al deze organisaties begin ik niet eens, daar dit mijn verhaal wel heel complex zou maken.

Eén concreet voorbeeld uit velen: De sociale werkvoorziening in Alphen (WSW samenwerkingsverband van meerdere gemeenten) draait in tegenstelling tot het landelijke beeld gewoon goed. Een onorthodoxe aanpak geeft goede resultaten. Benadrukt dient daarbij te worden dat de sociale werkvoorziening in Alphen (SWA) verweven is met andere overheidstaken op sociaal gebied. Zo is de SWA instrumenteel bij de uitvoering van andere sociale wetten. Mede door de relatief hoge organisatiegraad van de Alphense ondernemers en de goede relatie daarmee, worden zaken bereikt die elders niet mogelijk zijn.

Helaas: Daar de Rijksoverheid de nare neiging heeft nog steeds zaken centraal te willen regelen en het medicijn voor alle kwalen te willen uitvinden, gaan nieuwe beleidsmaatregelen in de Alphense situatie onvermijdelijk negatief uitwerken. Een weinig fraai voorbeeld hoe het niet moet. Gelukkig is er, maar helaas laat en te laat, wel hoop. Steeds meer Rijkstaken gaan over naar gemeenten en dat biedt ongekende mogelijkheden om taken efficiënt te integreren. Dit helpt ons echter niet voor de huidige ronde van bezuinigingen.

Door de (gelukkige) verwevenheid van taken, op het gebied van werk en bijstand en zorg, over meerdere Alphense organisaties, is er wel bijzondere oplettendheid geboden:

• Bezuinigen (ook door derden) op één organisatie heeft al gauw ook effect op een andere organisatie of op meerdere taken / taakvelden;
• Bezuinigingen kunnen zich richting klanten (burgers) gaan stapelen;
• Organisaties kunnen onderling op een ongewenste wijze gaan concurreren;
• Dit laatste geldt ook tussen de ambtenaren van de overheid en medewerkers van (semi-)private organisaties.

  • Een regel is dan ook: Besef dat sociale diensten organisatorisch uiterst complex zijn. Zorg voor een integrale benadering en neem geen onomkeerbare besluiten waarvan de uitwerking op voorhand niet te overzien is.

Epiloog.

De belangrijkste stap is gelukkig in Alphen al tijdig genomen: Vrijwel alle betrokken organisaties zijn vroegtijdig geïnformeerd. Dit heeft ruimte gegeven voor de eerste reacties en heeft zelfs onverwacht het eerste pleidooi (Participe) voor een meer integrale aanpak opgeleverd. Mooi die wat eenzame reactie te horen, want meestal is immers slechts de eerste reactie: Bij ‘mij’ kan niet bezuinigd worden, anders enz, enz.

Een andere goede zaak is dat er terecht gesignaleerd wordt dat er bepaalde organisaties en/of sectoren buiten de bezuinigingen worden gehouden. Dit betreft enerzijds organisaties waar net al saneringsafspraken mee gemaakt waren, maar ook organisaties en sectoren waar dit beslist niet het geval was. In het eerste geval heel rechtvaardig, gezien vanuit een betrouwbare overheid, maar in het laatste geval gaat de rode vlag voor onrechtvaardigheid vol in top.

Het is misschien te veel gevraagd van de ‘de politiek’ om nu nog (achteraf) met een maatschappelijke visie op; ‘hoe om te gaan met minder middelen’ te komen. Wat wel gevraagd kan worden is, om in meerdere ronden èn met deskundige aanwezigheid & betrokkenheid van ‘de politiek’, alle betrokkenen ruim de kans te geven, om samen tot een redelijk goede afweging van alternatieven te komen. Bezuinigen is niet leuk, maar samen komen we er wel!

  • Een regel is dan ook: Sta open voor alle (ook minder welkome) oplossingsrichtingen en stuur vooral op participatie en draagvlak. Laat je verrassen en help elkaar.
Dit artikel is geplaatst in Alphen gemeenteraad politiek, Landelijke politiek en getagged , , , , , , , , , , , , , . Bookmark hier de permalink.

Op dit artikel kan niet (meer) gereageerd worden.