Alphens ontzet

oude-trein.jpgRijn Gouwe Lijn

Het gaat niet goed met de Rijn Gouwe Lijn (RGL). Het Leidsche referendum heeft niet alleen het trac? door de Breestraat afgewezen maar ook het samenwerkingsverband tussen provincie en gemeenten op scherp gezet. Onze provincie en de aanliggende gemeenten investeren immers in deze lijn en als dit programma geen tijdig doorgang kan vinden zal deze lijn al gauw een roemloze dood sterven en gaat een groot deel van onze investeringen teloor.

Kritiek

Laten we er niet omheen draaien: de RGL krijgt veel kritiek. Deze kritiek is deels terecht, zeker als die kritiek over de technische en organisatorische uitvoering gaat. Er zijn in deze beginfase nog te veel technische storingen en de communicatie met de klant (u dus als reiziger) kan veel en veel beter. Wat er zeker geen goed aan doet is dat de NS die “tram” met argusogen bekijkt en dat mede daardoor de samenwerking niet altijd soepel lijkt te verlopen. Het zal de meeste tram/treinreizigers echter een zorg zijn. Zij willen dat die tram/trein betrouwbaar rijd en dat zij in geval van een storing ?n tijdig gewaarschuwd worden ?n snel een alternatief krijgen.

Waar deden we het ook al weer voor?

Als u weer eens gezellig samen in de file heeft gestaan weet u dat de wegen in Zuid-Holland aan het dichtslibben zijn. Terecht zul u zeggen: “dan verbreden we ze toch!”. En inderdaad dat is ??n van de deel-oplossingen. Het overbekende voorbeeld van de N207 spreekt boekdelen.

Helaas is voldoende wegverbreding (met alle extra uitbreidingen van de knooppunten) financieel en qua tijd lastig. Wat echter het voornaamste probleem is, is dat er in veel gebieden onvoldoende alternatief is in de vorm van goede openbaarvervoersvoorzieningen. Staat de bus niet in de file dan is het enkel spoor er wel oorzaak van dat bij vrijwel elke trein- of tramstoring de hele lijn geblokkeerd wordt. Naast deze overlast voor reizigers is er ook economische schade. Als bedrijf lopen de kosten al gauw op en als je dan de keuze hebt vestig je je immers op een lokatie waar kosten zo optimaal mogelijk zijn en blijven.

Is het dan echt zo slecht in Zuid-Holland? Ja en Nee. Woon je in een grote stad dan kan je meestal prima van het OV gebruik maken. Woon je echter daarbuiten dan kan je geluk hebben, maar vaak zijn er onvoldoende alternatieven. Dit was vroeger niet zo. Al die oude treinstations in de dorpen in het Groen Hart zijn de stille getuigen van een fijnmazig spoornet in het niet zo verre verleden. Bekijken we het meer mondiaal, in vergelijking met andere metropolen, dan hoeft u maar eens in Londen rond te reizen om te zien dat we hier wel wat in te halen hebben.

Hoe nu verder?

Een referendum moet gerespecteerd worden, waarmee een Leidsche oplossing niet direct voorhanden is. Oh ja, het deel van de RGL rond Leiden zal er uiteindelijk toch moeten komen, misschien via een iets andere route, maar het zal pas veel later gerealiseerd kunnen worden. Er is gelukkig vorig jaar al een reeks alternatieven aangedragen om de voortgang erin te houden. Het belangrijkste en meest gedragen is de uitbreiding van de RGL in noordelijke richting. Middels de light-rail verbinding Alphen – Schiphol bieden we de automobilist een alternatief. Zeker, ook de N207 zal nu eindelijk verbreed moeten worden, maar zonder een goed OV alternatief zal deze uiteindelijk weer dichtslibben. De oude wens; “een goede Noord-Zuid verbinding” wordt hiermee werkelijkheid en zorgt ervoor dat Alphen haar logistieke functie kan behouden.

Dit artikel is geplaatst in Alphen gemeenteraad politiek en getagged . Bookmark hier de permalink.

2 Responses to Alphens ontzet

  1. kaj elhorst zegt:

    De RGL moet er komen maar de allerbelangrijkste verbinding vind ik die met Schiphol en de Noord-Zuidverbinding in Amsterdam. Als die verbinding er komt, dan zal er ook een ontlasting van de A4 kunnen optreden voor wat betreft het autoverkeer (en dus de N 207) Je kunt aan het succes van de interliner zien dat de mensen er gebruik van maken als het maar goed loopt en georganiseerd is.
    Openbaar vervoer is naast thuiswerken uiteindelijk en toch op dit moment de enige oplossing voor de overvolle wegen. Als maar vervreden is niet alleen heel moeilijk aar op den duur ook onaanvaardbaar.

  2. kaj elhorst zegt:

    het moet zijn: alsmaar “verbreden” en moeilijk “maar”(laatste zin)