Mammoet en milieu

MammoetEen mammoet voor het station kopte het Leidsche dagblad. Marc van der Aa, die bij het Archeon werkt, vond afgelopen dinsdag, dank zij de regen, bij het Alphense station in de bagger een bot van een mammoet. Ik vermoedde eerst dat dat bot is meegekomen met de nieuw aangevoerde grond. Als je namelijk in Nederland of in de Noordzee zand opbaggert of opzuigt komen er soms fossiele resten mee. Zo is de Maasvlakte een bekende vindplaats van Pleistocene fossielen. Het Pleistoceen is globaal de periode van 2.588.000 tot 11,550 jaar voor het begin van onze jaartelling. Het zand wat voor de Maasvlakte gebruikt is komt uit de Noodzee en wordt voor de kust uit diepe lagen opgebaggerd.

Nu moet u niet denken dat de fossielen zomaar voor het oprapen liggen. Zelfs daar betekent het vele, vele uren zoeken op stuivende zandvlaktes waar je heel goed moet opletten om niet in het drijfzand te verzeilen. Heb je een gelukkige dag, dan zijn er zeker fossielen te vinden en dat is in het relatief fossiel arme Nederland al heel wat. Ook bij het baggerproject op het industrieterrein van Woerden is er een bekende vindplaats. Hier wordt al meer dan een decennium onderzoek gedaan.
Mammoet botten, slagtanden en tanden zijn niet het enige wat naar boven komt. Ook de bekende wolharige neushoorn (Coelodonta antiquitatis) kan je soms vinden. Daarnaast eigenlijk een volledige toendra achtige biotoop (het was de periode van de ijstijden) van planten, insecten, runderen, wolven, tot kreeften. Wat ik erg knap vind is dat de vondst gelijk zo positief gedetermineerd werd als van een mammoet. Ik vind het namelijk best lastig om alle botten van Pleistocene zoogdieren uit elkaar te houden. Nou komt dat ook doordat ik vaak veel en veel oudere fossielen vind en tja, oefening baart kunst. Ik ben dan ook altijd blij als er eens een meer of min volledige kaak opduikt want zo’n zeldzaamheid maakt het determineren een stuk makkelijker.

dode_vogel_01.jpg

U zult begrijpen dat toen ik afgelopen vrijdag op het station liep, ik met meer dan gewone belangstelling naar de grond keek. Nou, de regen had haar werk gedaan en de grond getransformeerd tot een onaantrekkelijke modderige vlakte waar een graafmachine moeizaam grote zwarte brokken aan het verplaatsen was. Ja, bij zo’n ruim een eeuw lang intensief gebruikt gebied hopen de stedelijke resten zich in de grond op. Helaas en zoals verwacht, was er geen fossiel te zien. Wat wel opviel dat er al diep gegraven was. Ik overpeinsde of het dan toch mogelijk was dat het fossiel uit de diepe Alphense bodem afkomstig was. We zullen er de geologische gegevens maar eens op na gaan slaan.

Ik schrok wel toen mijn oog viel op een put in de grond. Geen mammoet, maar een smerige pikzwarte massa kwam daar samen met het grondwater naar boven. Het bleek net naast of op de plek te zijn waar de oude stationsgebouwen hebben gestaan. Ook zag je resten van oude muren en funderingen zitten.station_01.JPG

Nu zijn stations emplacementen gebieden waar je van alles kan verwachten. Jaar en dag worden daar immers bulkgoederen opgeslagen en overgeslagen. Het lijkt wel of men nu bij de sloop en gebiedsreconstructie op een oude ondergrondse opslagplaats is gestoten. Wat ook mogelijk is, is dat we hier oude lagen industrieel afval zien die vroeger voor de ophoging van het gebied zijn gebruikt. Het eerste Alphense station zakte immers weg en moest vervangen worden.

Maandag maar eens de inspectie bellen of dit al bekend is. Als we met de ellendig lange afhandeling van de vervuiling van het NAF terrein aan de Oude Rijn één ding in Alphen geleerd hebben, is het wel dat je bodemverontreiniging adequaat en vooral onmiddelijk moet aanpakken!

Dit artikel is geplaatst in Alphen gemeenteraad politiek en getagged . Bookmark hier de permalink.

Op dit artikel kan niet (meer) gereageerd worden.